Vandaag staat het leeratelier deep democratie in mijn
werkagenda. Deep democratie is een methode waarin je met het horen van een
minderheid door de hele groep gedragen besluiten neemt. Niet alleen de voors en
de tegens maar ook het andere geluid van die Andere ander. Het leeratelier vindt
plaats in een oude fabriek die nu dienstdoet als bedrijfsverzamelgebouw. Er
werkt een gastvrouw met het syndroom van down die inzetbaar is voor allerlei
klussen zoals koffie en thee schenken, printers bijvullen en de post
rondbrengen. Ze heet Janny. Voor het leeratelier van start gaat wordt Janny bij
ons geïntroduceerd. Haar begeleider verteld dat wat er allemaal gedaan wordt op
een dag en dat er een folder is gemaakt zodat de bedrijven weten dat zij er is.
Janny komt zelf ook aan het woord. Haar verhaal maakt indruk op me; al 21 jaar
werkt ze op een dagbesteding maar nu heeft ze een echte baan. Van drie dagen en
binnenkort vier dagen in de week. Ze straalt als ze dit verteld. Ze besluit haar
verhaal met: ik ben uniek!!
Tegen zes uur zit het leeratelier erop. Ik wandel met een collega
een rondje door het pand. We zijn op zoek naar een toilet waar ik bij de kraan
kan, maar voorlopig hebben we nog niet veel succes. In de ontmoetingsruimte zit
Janny nog steeds. Hallo Petra, zegt ze. Jeetje, wat maak jij lange dagen, zeg ik.
Nee, dat is alleen vandaag omdat ik straks nog help bij jullie avondeten.
Wat deed je voor werk op de dagbesteding? Vraag ik haar geïnteresseerd. Borduren
en soms dingen vouwen. Ga je je collega’s niet missen als je hier gaat werken?
Intuïtief voel ik aan dat het de verkeerde vraag is, ik zie de tranen in haar
ogen rollen. Nee, die ga ik niet missen, ze pesten me en dat vind ik niet leuk,
maar de begeleiding ga ik wel missen, zegt ze stellig. De begeleider vult aan
dat ze op de dagbesteding zo veel heeft geleerd dat ze nu hier kan werken. De
tranen worden ingewisseld voor terechte trots. Als ik later in de ruimte kom
waar we eten zit ze al aan een tafel. Kom je bij me zitten? roept ze enthousiast
en schuift meteen een stoel aan de kant.
Petra mijn mama zit ook in een rolstoel. Is je mama ziek?
Onzeker kijkt ze haar begeleider aan die haar het vertrouwen geeft dat ze door
kan praten. Mijn mama heeft kanker en toen heeft de dokter haar beter gemaakt,
maar achter haar long zat nog een plekje en toen ging mama dood. Ze verteld het
verhaal in een paar zinnen. Weer zie ik de opwellende tranen. Tranen van gemis.
Mama is heel trots op mij en nu woont mama hier, ze legt haar hand op haar
hart. Ik vertel haar dat mijn papa ook in een rolstoel zit en dood is gegaan,
dat hij ook trots op mij is en in mijn hart woont. Ze schuift baar stoel iets
dichter naar me toe. Weet je, zeg ik langzaam als we strakjes naar buiten weet
ik zeker dat de maan extra fel schijnt vandaag. Dat zijn papa’s en mama’s die
heel trots zijn. Ze knikt, een paar seconde later kiest ze twee ijsjes uit. Na
zo hard werken is dat meer dan verdiend!
Als ik een uurtje later sta te stuntelen met mijn ritssluiting
van mijn jas, ritst Janny hem zonder woorden dicht. Samen met nog enkele van
mijn collega’s lopen we naar buiten en wacht ik bij de taxi tot ze op haar plek
zit en de taxi wegrijdt. Ze zwaait niet meer, ze is druk met het vastklikken van
haar riem. Onderuit mijn tas vis ik mijn autosleutel en als ik opkijk zie ik
het gat in het wolkendek. Daar ver bij me vandaan schijnt de maan, fel in het vaak
zo te duister.