De meest gestelde vraag aan mij is: wat heb jij? Daarna volgt de vraag; hoe ik woon? En dat moet in een of ander verpleeghuis of woonvorm zijn. Geduldig leg ik uit dat ik een eigen appartement heb en met een intercom systeem 24/7 assistentie op kan roepen. Met 13 ander flink lichamelijk beperkte buren deel ik de assistenten.
De verwonderde blikken van visite wanneer zij erachter komen dat alle deuren in de gang van mij zijn. De assistenten komen nadat ik ze via de intercom heb gevraagd te komen. Dan komen ze voor douchen, aankleden, uitkleden, eten klaar maken, drinken in te schenken en om de afstandsbediening van de grond te pakken.
Een kleine oefening als je jezelf aan of uitkleed. Spreek alles wat je doet eens hardop uit. Dat doe ik dus al 20 jaar. Van vragen of de slaapkamer lamp aan kan. Daarna uit de bovenste lade van de kledingkast. Links een onderbroek en van rechts de sokken. Sokken is geen aanwijzing, want ik heb gewone, gekleurde, vrijgezelle, sneaker, knie en voeten sokken. Er zijn veel aanwijzingen nodig voordat ik gereed ben om de deur uit te gaan. Ik ben berucht om mijn ochtend humeur. Up tempo jaag ik iemand door mijn huis omdat ook ik op tijd moet zijn voor werk. Niet altijd heb ik goed geslapen maar regelmatig staat een assistent te slapen.
In de afgelopen 20 jaar heb ik zo’n 100 mensen aan mijn lijf gehad. Kun je het je voorstellen? Iedere keer weer in je blote kont? Soms voor assistenten die na twee weken het werk toch niet zo leuk vinden en weer gaan. Voor uitzendkrachten, vakantiemedewerkers maar gelukkig ook voor vastgeroest vertrouwd personeel.
De lastigste aanwijzing blijft: in de lade van de koelkast ligt een ongeschilde appel. Even wassen, stickertje eraf, in vier stukjes snijden, het klokhuis eruit, dan de stukjes weer terug en dan zilverfolie eromheen. Ik heb echt allerlei varianten appel gezien maar ook tal van stickers opgepeuzeld en klokhuizen meegekregen.
In de afgelopen 20 jaar heb ik leren omgaan met verschillende persoonlijkheden. Maar bovenal heb ik geleerd dat rode sokken niet goed gaan in een lichte was.
Er zijn sneeuwpoppen voor me gebouwd, ijsjes gebracht, levens gewaagd vanwege ijzel en heel veel vissticks verpest. Maar er is ook oog voor mij in goede en slechte tijden.
Ik zie de assistenten dagelijks. Ik mis ze als ze ziek of op vakantie zijn. Vind ik het ingewikkeld als ze gaan vanwege een andere baan en geen afscheid nemen. Ik hou van ze als ze terug komen om de sticker alsnog van mijn appel te halen. Ik vertrouw ze omdat er nog geen dag is geweest dat ik niet uit of in mijn bed kwam.
20 jaar is voorbij gevlogen. Geen bloemen, taart, fanfare, zingend team en cadeautjes want het is zo gewoon geworden. Dus trakteer ik hen maar een met 20 jaar mij. Dat ze het nog steeds met me uithouden; ik vind het knap!!!