zondag 23 augustus 2020

Wiebeltenen

Als kind ontwikkelde ik me op fysiek gebied redelijk mee met mijn leeftijdgenootjes. Ik liep, rende en sprong allemaal op mijn eigen manier maar het lukte. Ik moet een jaar of 4 geweest zijn toen ik erachter kwam dat ik mijn grote teen van mijn rechtervoet zelfstandig kon laten wiebelen. Snel liep ik naar mijn ouders. Kijk eens hij kan zwaaien! Riep ik verrast uit. Hoe hard ik mijn best ook deed mijn andere negen tegen lieten zich niet aansturen en hingen er maar gewoon wat bij. Het liefst had ik aan heel de wereld mijn wiebelteen laten zien, nooit meer schoenen aan getrokken en heel de dag met mijn teen zitten zwaaien. De volgende dag op school kreeg ik ruimte van de kleuterjuf om aan alle kleuters te laten zien dat ik mijn teen kon wiebelen. Niet alleen ik maar ook mijn medekleuters reageerden enthousiast op mijn kunnen. Op zondag gingen mijn schoenen weer uit voor een wiebeldemonstratie bij opa en oma. Opa droeg me trots met mijn blote voet door de kamer heen. Telkens weer vierde ik een klein feestje voor mijn wiebelende teen. Eigenlijk weet ik niet eens meer of ik me al bewust van mijn spierziekte was en wist dat deze functie weer zou uitvallen.
Op mijn 5e ben ik aan mijn achillespees geopereerd, de dag na de operatie kwam de arts kijken of alles goed was gegaan. Wiebel eens met je teen? Vroeg hij. Hoe hard ik mijn teen aanstuurde en hoe lang ik hem ook bleef aankijken er gebeurde niets. Stiekem bleef ik nog dagen proberen enige beweging in mijn teen te krijgen. Hij deed het eerst toch ook gewoon?
Ik kom met enige regelmaat in een academisch ziekenhuis voor de revalidatiearts. Steeds ontmoet ik weer een andere coassistent die me vraagt mijn sokken en schoenen uit te doen. Dit gaat niet zonder gesteun en gekreun van mijn kant, ik begrijp dat ze willen kijken maar aan een slappe voet valt weinig te ontdekken. Kunt u uw tenen bewegen? Ik geef er geen antwoord meer op en staar in tranche naar mijn teen hopende op dat kleine wondertje. Eigenlijk word ik er gewoon bloed chagrijnig van dat alles steeds uit moet om te kijken naar iets wat het nooit meer gaat doen. Hierover maakte ik de volgende afspraak met de revalidatiearts; de dag dat ik mijn teen zelfstandig kan laten wiebelen, zit ik bij u in de wachtkamer zonder afspraak en wacht ik net zolang tot u en al uw coassistenten naar mijn wiebelende tenen hebben gekeken. Zolang dat niet het geval is blijven mijn schoenen en sokken aan. De revalidatiearts begreep mijn argumenten en nam de afspraak op in mijn dossier. Een paar weken geleden belde ik de revalidatiearts die ik vanaf 2017 niet meer heb gezien. Zo mevrouw Baks, ik begrijp aan uw afwezigheid de laatste jaren dat uw tenen nog niet wiebelen. Sprak hij rustig. Ik kon een glimlach niet onderdrukken mijn tenen wiebelen nog niet maar vandaag heb ik een andere vraag voor u.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten