"Want je kunt niet zeker weten want alles gaat voorbij …”
Boudewijn de Groot
Vrijdag de 13e. Ik piep op zonder afspraak, geen
haast vandaag of vroege afspraken. De ADL’er die opneemt is dezelfde als die
mij 9 maanden geleden uit bed haalde. Terwijl ik nog even op haar wacht komen
de herinneringen als vanzelf weer voorbij, alles was anders op die onstuimige
vrijdag 13 januari. Die dag staat van minuut tot minuut in mijn geheugen
gegrift, de details heb ik opgeslagen in iedere vezel van mijn zijn.
9 maanden geleden sloten we met dierbaren de kist van mijn
vader en brachten we hem naar het crematorium. Nog een keer konden we dicht bij
hem zijn, nog een keer konden we hem zien, nog een keer de laatste woorden
zeggen. Terwijl ik de schroef in de kist sta te draaien voel ik dat alle grond
onder mijn voeten weg wordt geslagen. Alsof ik val in een afgrond die geen
einde heeft en waar ik me nergens aan vast kan grijpen. Zoals het vaak gaat in
de waan van de dag weet ik me te herpakken en mijn automatische piloot doet wat
er van mij verwacht wordt. Ik rij als eerste volgwagen achter de rouwwagen aan.
Het klapperende vlaggetje op mijn ruit. Nog een laatste keer over het
parkeerterrein bij de flat van mijn ouders. Er staat een buurvrouw op het
balkon, ze zwaait ingetogen. Hoe vaak heeft ze daar niet staan zwaaien als mijn
vader uit zijn werk kwam?
We wachten in de regen voor de poort van het crematorium,
precies om half 5 luidt de klok en mogen we oprijden. Bim, bam, bim bam ondanks
dat de ramen in de auto gesloten zijn dringt dit geluid dwars door alles heen.
Een half uur later begint de dienst, luisteren we naar muziek, spreek ik mijn
laatste woorden. De regen is gestopt als we achter de baar naar het crematorium
lopen, om mij heen een raar soort stilte en rust. Ergens ver weg hoor ik de
vriendin die naast mij loopt zeggen dat de bomen zo mooi afsteken tegen de
hemel waar de dag zich langzaam voor de nacht verruilt. Onder het afdak, naast
de kist zie ik hoe mensen de laatste eer aan mijn vader bewijzen, een knik,
even stilstaan, de kist aanraken en nog bloemen neerleggen.
Ineens staat ze voor me, een vriendin die zo belangrijk voor
me is, maar waarvan ik nooit had verwacht haar daar te zien. Op dat moment
breek ik, stromen de tranen over mijn wangen en zoek ik bescherming bij haar,
zo veilig en vertrouwd. Zij, mijn lichtpuntje op die veel te zware dag.
Als de stroom mensen weg is is het ons laatste moment van afscheid. De deur van het crematorium gaat langzaam open en mijn vader wordt naar binnen gereden.
Als de stroom mensen weg is is het ons laatste moment van afscheid. De deur van het crematorium gaat langzaam open en mijn vader wordt naar binnen gereden.
Dit was het dan 34 jaar, 9 maanden, 4 dagen waarin mijn
vader mijn aardse vader was. Weer het gevoel van eindeloos vallen en weer
herpak ik mezelf, we moeten naar de
koffieruimte waar zoveel mensen op mij en mama wachten…
Vandaag 9 maanden later maak ik de balans op, kijk ik terug
op verdriet, rouw, wanhoop, ontreddering maar ook op kracht, andere energie en
mijn gevoel volgen. Ik ben veranderd.
Heb een leven voor en na het overlijden van mijn vader. Andere dingen zijn
belangrijk geworden in mijn leven, kan en wil me niet meer druk maken over
sommige dingen. “Ga je mee verdwalen? Ik weet de weg” was mijn levensmotto,
heel voorzichtig veranderd dat in
Het is zoals het is …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten