Het jaar is om, alle eerste keren voorbij. Een jaar waarin
ik op plaatsen ben geweest waar ik nog lang niet had willen komen. Daar zaten
we verslagen in het uitvaartcentrum, reed ik als eerst auto achter een
rouwwagen aan, zat ik op de voorste rij in de aula van het crematorium, stond
ik bij de drukker om de bedankkaarten op te maken. Een woeste orkaan kwam hard
door ons leven. Het jaar verstreek, alle eerste keren zonder pap. Stof
dwarrelde maar langzaam neer en het duurde een tijd voor we de schade konden
opnemen. Lege plekken, gemis, spullen die onaangeroerd in de kast bleven liggen
en vooral die oorverdovende stilte. Ik wilde alles vasthouden want ik was bang
te vergeten. We vielen vaak en stonden we maar langzaam weer op. Het leven ging
door, de normale dingen werden ineens heel ingewikkeld, soms zelfs zinloos.
Vrienden bleven dichtbij me, vroegen hoe het met me ging, stuurden kaartjes of
appjes en lieten steeds weten dat ze er voor me waren. Vaak belden we, haalden
we herinneringen op, sprak ik ze op momenten die te verdrietig waren. Soms stuurde
ik midden in de nacht een appje omdat het donker zo donker was. Andere vrienden
haakten af, hoorde ik nauwelijks wat van. Voor hen was mijn verdriet misschien
te ingewikkeld. Mijn rouw leek te groot voor hen. Te ingewikkeld om te horen
hoe het met me ging. Ik voelde pijnlijke teleurstelling. Hun leven ging door en
we groeiden uit elkaar. In tijden van nood leer je je echte vrienden kennen. Ik
veranderde en maakte andere keuzes. Stond niet meer op de barricade te
schreeuwen maar kon nu met mildheid naar situaties kijken. Niet in staat om dat
kleine beetje energie wat ik had ook nog te verspillen. Ik leerde nieuwe mensen
kennen waar ik mijn verhaal kon doen, waar ik mezelf kon zijn, waar ik mijn verhaal
keer op keer mocht delen. We lachten. Huilden. Verwonderden. Ik stoeide met
grote levensvragen, was bang dat mijn mam net zo plots zou vertrekken als mijn
pap. Niemand kon me daarin geruststellen, ik wist keihard wat het leven kon
doen terwijl je andere plannen maakt. Ik verloor de controle die ik zo hard
bleef vasthouden, wat ervoor zorgde dat ik echt voor mezelf moest kiezen. Ook
hierin weer aan vele kanten begrip terwijl ik niet eens onder woorden kon
brengen wat er met me aan de hand was, zo was er alles, maar ook niets. Mijn
tranen waren ontelbaar, vaak op die kleine onverwachte momenten. Een liedje in
een winkel op de radio, een man in een scootmobiel met een blauwe jas, een geur
er waren triggers die me weer lieten wankelen. Ik was mijn eigen balans totaal
kwijt. Soms kon ik me vermannen en stapte ik boos op mijn fiets om na een paar
kilometer uitsloven rustig te worden. Ook was ik verloren, ontheemd en
verdwaald. Niets lukte echt. De dagen regen zich als vanzelf aan elkaar zonder
dat ik daar erg in had. Mijn hoofd kon niet wennen aan de nieuwe situatie. Vaak
vroeg ik me af waar mijn kinderverdriet zat? Waar rouwde ik om? Wat is rouw
voor mij? Uiteindelijk gaf ik al deze overpeinzingen op, het had geen zin, er
kwam geen antwoord waar ik tevreden mee kon zijn. Het is zoals het is. Ik was
beland tussen liefde en leegte wat weer nieuwe inzichten gaf. Ik maakte een
adoptie familie met broers, zussen, ooms en tantes. Ik had zelf weer wat
energie voor de dingen die ik belangrijk vond. En op de donkere dagen waarop de
zon uitbundig kon schijnen zocht ik naar pap, die ik vond als ik naar de maan
en de sterren keek. Dan wist ik diep van binnen dat hij niet echt weg was en
dichtbij ons was.
Want houden van de maan en terug is liefde in het kwadraat.
Morgen gaan we alle tweede keren in waarin we ook zullen vallen alleen weet ik
nu dat we ook altijd weer opstaan…
Zo is het precies. Vallen en weer opstaan....♥️
BeantwoordenVerwijderen