Sinterklaas is een kinderfeest. Al jaren doe ik er met mijn
ouders niets meer aan. Soms lekker met elkaar eten, stukje gevuld speculaas en
de tv show van Paul de Leeuw. Geen traditie, geen ge-moet. Dit jaar is het
anders. In de afgelopen dagen heb ik wat gedichten geschreven en cadeautjes
bedacht. Dierbaren bedanken voor de steun afgelopen periode. Voor mam is er ook
een gedicht en een canvas met een foto van het gezin. Al weken heb ik hem in
huis, maar heb mijn mond weten te houden.
‘S middags vraag ik de ADL het canvasdoek in de auto te
zetten, de maat die ik heb gekozen is een beetje onhandig. Als ik het
parkeerterrein, bij mam, op draai zie ik een ambulance staan, dat blijft even
slikken. Terwijl ik uitstap zie ik de ambulancebroeders op de etage van mam lopen.
Mijn hartslag versneld. Ik check mijn telefoon maar heb geen gemiste oproepen.
Gelukkig, bij ons niets aan de hand.
Ik ga eerst even bij de buren langs in de andere flat. Als
ik daar boven aankom zie ik blauwe zwaailichten, weet niet goed of de ambulance
wegrijdt of er een tweede bij is geroepen. De buurvrouw loopt met me mee naar
de auto om het canvasdoek naar boven te sjouwen. Als we haar flat uitlopen
staan er 2 ambulances voor de deur. Ik voel de tranen opwellen, in een split
seconde terug naar 7 januari toen de ambulances voor ons bleken te zijn. Ik zie
weer allemaal mensen op het balkon staan. Ik wil schreeuwen: “Ga weg, Ga weg
allemaal, sta daar niet zo stom te gluren. De tamtam gaat zo hard dat je heus
wel te horen krijgt.” Ik slik mijn boosheid en verdriet weg. De etage-bewoner
wordt naar buiten gereden op de brancard, hij praat dus we besluiten terplekke
dat het wel goed met hem komt.
Boven loopt mam net terug naar huis. Shit, ze mag het cadeau
niet zien. Gelukkig is het donker en ziet ze me pas als ze naar binnen stapt.
Het canvasdoek staat ondertussen op de galerij en de buurvrouw is snel
omgedraaid. “Ben je alleen? vraagt mam. Ik dacht dat er iemand bij je was.” Ik
besluit niet te antwoorden. Samen drinken we een kopje thee, zijn een beetje
bibberig van de scene met de ambulances, hier wennen we waarschijnlijk nooit aan.
Als de rust weer is weergekeerd is haal ik het cadeau. Zingend kom ik binnen en
voel de emotie in mijn stem. Dit klopt niet, mijn hoofd vult zich met gemis.
Een paar secondes later leest mam het gedicht voor met bibberstem en natte
ogen. De tranen rollen over haar wangen bij de laatste zinnen:
Houden van tot de maan
en terug
Als Sint het kon
bouwde hij voor jou een brug
Zodat je nog even een
kusje kon gaan geven
Aan de belangrijkste
persoon in je leven
De foto valt goed in de smaak. We halen herinneringen op,
lachen om pap die ooit een doos vulde met peurschuim als surprise. Zo is hij er
ook vanavond gewoon bij. Dichtbij terwijl de maan door de bomen schijnt…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten