zondag 7 mei 2017

Verdwalen in rouw

Steeds begin ik opnieuw met woorden op papier te zetten. Ik wil ze vastleggen zodat ik ze heb en terug kan lezen. Dat ik dan weer kan voelen hoe ik mij nu voel, hoe groot de verwarring is, hoe ik zoek maar niet vind. Ik wil alles vasthouden en bij me houden. Dit is hoe ik ben veranderd in een onveranderde situatie. Alleen krijg ik de echte emoties niet goed op papier. Daar zijn het misschien ook emoties voor, anders waren het wel woorden geweest. Toch blijf ik het iedere keer weer proberen, al merk ik dat de pogingen vaak tevergeefs zijn. Mijn lat ligt hoog, zoals hij altijd heeft gelegen dat hoort bij mij, in rouw hoort dit dus ook bij mij. Alles moet goed en perfect. Er is niets meer wat we over kunnen doen. Schrijven helpt me een beetje om de dikke wollige en warrige mist in mijn hoofd dragelijker te maken.

Ik vertil me zo aan het leven de laatste maanden. Ben zo zoekende. Weet eigenlijk ook niet goed wat ik zoek. Ik zoek jou. Jou die we in enkele ogenblikken hebben moeten overdragen aan de dood die zo plotseling verscheen. De dood komt zonder aankondiging. Ineens is hij er, maar is weer weg tegen de tijd dat ik hem had kunnen aanspreken en vertellen dat er iets verkeerd was gegaan op zijn to-get-lijstje.  Je was niet ziek, had plannen zat en pas 65 jaar. Te jong om al gehaald te worden. Ik heb altijd geloofd dat alles een reden heeft, dat niets toevallig of zomaar is. Welke reden heeft dit? Hoe lang ik er over nadenk het blijft stil. Nu sta ik met lege handen, verslagen en berooid. Zijn er echte gaten in het leven. Jouw vertrek heeft een krater geslagen, een wond waarvan ik nu al weet dat deze nooit helemaal zal helen, omdat dat is wat gemis, verlies en rouw doet,

4 maanden, 117 dagen. Ik blijf tellen. Het lijkt alsof tellen me nog enigszins op de been houdt. Het geeft structuur. Zodat ik iedere dag weet hoe ver je al weg bent in tijd. Iedere seconde is een minuut bij je vandaan. Ook vertelt de kilometerteller in de auto hoeveel kilometers ik al zonder je heb gemaakt, al bijna 4500. Raar dat mijn hoofd juist dit soort onbenullige dingen onthoud en als belangrijk ziet. Terwijl ik regelmatig in de supermarkt me sta af te vragen wat ik ook alweer moest halen, de verkeerde wegen kies naar een afspraak en ineens weer voor mijn eigen deur sta, afspraken vergeet en niet altijd even goed voor mezelf zorg. Het is soms zo dwalen en verdwalen. Hoe langer je weg bent hoe groter het gemis lijkt te worden. Alsof het stof eerst moest neerdwarrelen voordat we de schade konden bekijken.
Acceptatie schijnt het toverwoord te zijn. Als ik accepteer dan vergaat ook de hoop. De hoop op wat?! Natuurlijk weet ik dat je niet terug komt, dat het vast goed is daar waar je nu bent, dat dit mijn levensweg met jou was, dat dit een definitief einde is. En toch?! Toch hoop ik het stiekem wel, hoop houd me nu ook even op de been, dat sprankje laat ergens diep van binnen een minuscuul lichtje branden…

Als ik je ’s nachts kwijt ben.
Als de nacht te donker om me heen voelt.
Als het lampje op mijn slaapkamer te weinig licht geeft.
Dan open ik het gordijn.
Zoek ik de maan.

Omdat in mijn verdwalen “ik hou van jou tot aan de maan en terug altijd zal blijven bestaan…”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten