donderdag 2 mei 2013

Het leed wat pijn heet

Laatst zat ik bij de kapper. Dat is nogal een gedoe omdat mijn hoofdsteun van de electrische rolstoel er niet zo heel graag afgaat. Ondertussen is dat ding al meerdere malen bewerkt met haarlak, haarolie en zelf met shampoo en eigenlijk altijd met het gewenste resultaat. Daarna pakken ze me altijd in in twee van die kapmantels een voor en een achter, zodat mijn stoel bespaard blijft van los geknipte haren, klodders verf en allemaal andere kappers middelen. 
De kapster was lekker bezig met haar praatje social talk. Ik heb echt diep respect voor die kappers die bij iedere klant weer in gesprek gaan over het weer, het nieuws of andere roddels uit de prive. Het zou mijn baan niet zijn, bij klant twee zou ik uit pure frustratie de schaar in het oor zetten en lief doch zeer dringend vragen, hou je mond! Tijdens ons gesprek, waarschijnlijk over het weer kwam er een vader binnen met zijn zoon. Ik schat het jongetje een jaar of 3. Direct na binnenkomst bekeek hij dat stuk rolstoel wat er onder de kapmantel vandaan kwam zeer aandachtig. Hij zei niets. Van mij keek hij naar de wielen die hij onder de kapmatel vandaan zag komen. Hij klom op de kappersstoel naast mij en keek me vertwijfeld via de spiegel aan. Na wat moed verzameld te hebben kwam het hoge woord eruit: heb jij pijn? Sja wat zeg je dan tegen zo'n mannetje. Nee, ik heb geen pijn, maar mijn spieren zijn ziek en daarom kan ik niet lopen?! Om het makkelijk te houden bevestigde ik hem in het hebben van pijn. Weer was hij een ogenblik stil. Ineens wist hij het! Ik heb ook pijn, kijk maar! Driftig begon hij zijn smalle broekspijpjes omhoog te hijsen en daar zat een mooie blauwe plek op zijn knie. Ben je gevallen? Vroeg ik hem. Beteutert keek hij naar zijn knie, ieder moment konden de waterlanders gaan rollen, maar hij hield zich groot. Ik ben van het klimrek gevallen, omdat ik heel hoog was geklommen. Dat is niet zo mooi, doet het nog erg veel pijn? vroeg ik hem. Terwijl ik het vroeg kwam de kapper hem halen. Tijd om je haartjes mooi te maken en als je lief blijft zitten lrijg ke een snoepje. jeetje jij bent een bofkont, ik krijg geen snoepje als ik klaar ben. Hij wilde niet in de mooie auto of op het paard zitten, maar naast mij. Hij klom nog even uit de stoel om deze een stukje dichter naar mij toe te schuiven. tevreden nam hij plaats. Het was duidelijk wij deelde samen het leed wat pijn heet...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten